vrijdag, 13 juni 2008 19:11

Nog te licht voor échte top

Geschreven door Fred Louter
fred_louter-actie.jpeg1 juli a.s. is het exact een jaar geleden dat ik begon met hardlopen bij Thof Running. Als doelstelling had ik, naast lekker fit blijven, sneller te worden dan Arthur Davidse (‘Leesvoer-Nieuw bij de Club’). Volgens mijn broer Frans zou dat geen enkel probleem moeten/mogen zijn …

Na de tien kilometer van Linschoten (45.50 minuten) in december 2007, was er afgelopen donderdag 12 juni, dus zo’n klein jaar na mijn aanmelding bij Thof, wederom een goed ijkmoment om te kijken waar ik als loper sta. En, een vraag die mij ook toch best een beetje bezighield: ben ik inderdaad al in staat om de gerenommeerde A-loper Thuur te verslaan in een rechtstreeks duel?

 Zonder er een persoonlijke wedstrijd van te willen maken, draaide het daar bijna wel op uit. Vanaf meter één lopen we die donderdagavond samen in hetzelfde groepje, dat naast ons bestaat uit onder anderen Jan-Willem Doelman, Matti Paping, en Peter Jansen. Dat gaat goed; zo goed zelfs dat we reeds voor de afslag naar de Kwakelweg als duo verder gaan/moeten.

Na het keerpunt op de Kapteinlaan besluit Thuur dat het genoeg is. Dit gaat hem duidelijk te langzaam. Versnellen dus maar. De lange benen nemen een steeds hoger tempo aan. Zo hoog dat ik op de Kwakelweg Arthur bedank voor bewezen diensten en aangeef dat hij zonder mij verder kan gaan.

 Binnen een paar minuten is de afstand tussen mij en mijn ‘rivaal’ aanzienlijk. Zo’n honderd meter voor mij zie ik Thuur al de eerste twee lopers ‘opeten’. Op soortgelijke afstand bevindt zich achter mij nog altijd hetzelfde drietal als hierboven beschreven.

 Aan het einde van de Kwakelweg begin ik mij langzaam af te vragen waarom ik dit eigenlijk doe. Waarom zou ik mijzelf zo ontzetten moe maken? Ik hijg als een paard dat zojuist deel heeft genomen aan de beroemde en slopende paardenrace Palio in Sienna. Wat is hier nu eigenlijk zo leuk aan? Zal ik even gaan wandelen? Nee, niet doen, dan zijn de achtervolgers in sneltreinvaart bij mij en dat is natuurlijk zonde van de al geleverde inspanningen. Doorgaan dus.

De inktzwarte en demotiverende gedachten in mijn hoofd ban ik langzaam maar zeker uit en verdwijnen definitief na het bereiken van het fietsbruggetje bij Vlietzicht. Nu nog even een stukje dorp en dan ben ik er. Positief denken, dat werkt. Straks mag je rusten en lekker ontspannen. Nu nog even doorzetten. Thuur is inmiddels in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik kijk in de verte en zie twee lopers, waarnaar de afstand kilometerslang hetzelfde is gebleven. Dat geldt niet voor de afstand naar de lopers achter mij. Volgens Peter Jansen na afloop werd langs de Trekkade het gat tussen mij en mijn achtervolgers kleiner.

 De laatste kilometers herwin ik echter mijn moraal. Wie zijn ze dan? Straks bereik ik onze dorpskern en staan er honderden toeschouwers gereed om mij met vlaggen en toeters toe te juichen. Dat valt ietwat tegen. Op de Burg. Van der Lelykade is letterlijk en figuurlijk geen hond te bekennen. Ik draai de zaak om en besluit in enkele huizen van kennissen binnen te gluren. Ze liggen lekker onderuit met een biertje en een nootje voor de buis naar Duitsland-Kroatië te kijken. Hebben geen enkel benul van de strijd die een voorbijgaande loper met zichzelf aan het voeren is. En geef ze eens ongelijk, denk ik meteen. We zijn niet allemaal zo gek als deze Thoffer!

Nu rechtsaf de Doelstraat in. Het is nu écht nog maar een klein stukje. De passen worden weer groter, de kracht bij het afzetten neemt weer toe. Het voelt bijna alsof ik zweef. Tegenover het pand van dokter Blaauboer passeer ik verkeersregelaar Siem van der Vaart. Nog drie minuten tot mijn pr, roep ik. Volgens Siem ga ik dat gemakkelijk halen. Hij beseft echter meteen dat deze opmerking niet motiveert en herstelt zich onmiddellijk. ‘Alhoewel’, roept hij, ‘je moet toch nog aardig doorlopen hoor, anders haal je het misschien toch niet’. Ik kijk om en lach, ten teken dat ik zijn motivatietrucje heb begrepen. In de verte staan de toeschouwers. Nu niet laten merken dat je moe bent. Gewoon ontspannen kijken, rechtop lopen alsof je net begonnen bent en – ook niet onbelangrijk – nog even doortrekken richting finish. Ik kom, ondanks een laatste krachtinspanning om onder de 44 minuten te blijven, uit op exact 44 minuten. Een verbetering van een kleine twee minuten dus ten opzichte van mijn pr in Linschoten. Niet slecht, denk ik bij mezelf, in ogenschouw nemend dat in Linschoten broer Frans mijn haas was en de weersomstandigheden destijds ideaal waren.

 Binnen een paar tellen is al het vreselijke afzien alweer vergeten. Vergelijk het met het baren van een kind (sorry voor de ongelukkige vergelijking, dames): een pijn dat je hebt gehad, maar lig je eenmaal met die kleine in je armen, voel je alleen nog maar geluk. Ik geef toe: dit heb ik van horen zeggen, maar ik sluit niet uit dat het écht zo werkt.

 Na twee minuten vind ik de moed om richting Thuur te wandelen en hem te vragen naar zijn eindtijd. 42 minuten en 25 seconden. Ruim anderhalve minuut is hij weggelopen in ongeveer vijf kilometer! Het maakt pijnlijk duidelijk dat ik nog te licht ben voor de échte Thof-top. Thuur is gewoon nog een maatje te groot, net als andere gerespecteerde Thof-toppers als Paul, Nico, Wout, Salvatore, Frans en die andere A-kanjers.

 Maar niet getreurd, binnenkort weer nieuwe trainingen, en wie weet ook nieuwe wedstrijden. En op deze manier blijft er natuurlijk nog altijd iets om naartoe te werken. En is dat niet het mooie aan het leven van een hardloper?

Fred Louter dsc005141.jpeg

Gelezen: 1630 keer Laatst aangepast op vrijdag, 27 januari 2012 13:45

Komende trainingen

Op het programma staat:


Bekijk het schema